Van de ruim 200.000 geïmporteerde auto’s vorig jaar liep ruim 60 procent via de systemen van XRAY voor het bepalen van de BPM. Een recordaantal dat, gezien de populariteit van importauto’s, dit jaar waarschijnlijk weer wordt verbroken. De WLTP, het tekort aan Nederlandse occasions en natuurlijk de besparing die het XRAY-systeem oplevert (gemiddeld 23,5 procent!) spelen de organisatie in de kaart. Maar zorgen zijn er ook… restwaarde-expert Tom Corduwener van XRAY over de wildgroei in taxatieland.
Import is hot. Maar het blijkt ook in toenemende mate het terrein voor een immer uitdijend schimmig wereldje van bedrijfjes, taxateurs, BPM-adviseurs of hoe ze zich ook allemaal noemen. Op enkele professionele en gerenommeerde partijen na belooft de een nog lagere taxatie – en dus lager BPM-bedrag dat bij import moet worden betaald – dan de ander. Vaak gebeurt het via schadetaxaties, die bij controle helemaal geen schadeauto’s blijken te zijn. Maar juist aan controles schort het, zegt Corduwener. Daar is geen mankracht voor. En hoewel XRAY niets te maken heeft met dit marksegment – XRAY werkt hoofdzakelijk voor grote zakelijke klanten als dealerbedrijven en -holdings die vooral betrouwbare, marktconforme taxaties willen en vooral geen gedoe – schaadt het de branche in zijn geheel. “Bedenk daarbij dat de Belastingdienst na 5 jaar nog kan aankloppen met een naheffing, dat wil je als professionele partij natuurlijk niet riskeren.”
Corduwener pleit nu gezamenlijk met enkele gevestigde register taxateurs voor meer controle op de taxatiemarkt. Momenteel zijn er nauwelijks regels, iedereen mag zich taxateur noemen. Die controle ‘aan de voorkant’ is volgens Corduwener veel effectiever dan wat de staatssecretaris nu voorstelt: meer controle door RDW-stations. Die moeten straks de aangiften gaan valideren. Daarover heeft de staatssecretaris onlangs een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. “Maar of de RDW hiervoor de expertise en mankracht in huis heeft is de vraag. Het is veel effectiever om regels op te stellen voor taxateurs, op die manier scheidt je het kaf van het koren. Die ‘race to the bottom’ met betrekking tot BPM-afdracht moet in ieder geval gestopt worden, het schaadt uiteindelijk de hele automarkt”, aldus Corduwener.
Bottom-up methode
Hoe het dan wel moet? Voor niet-schadeauto’s in ieder geval via een officieel, transparant platform. Waarbij de XRAY-methoden inmiddels een beproefde methode blijkt. Het geheim daarbij: de waarde is gebaseerd op de marktconforme handelswaarde, de zogenaamde bottom-up methode. Corduwener: “Dat is vele malen betrouwbaarder dan een top-down methode waarbij men vanuit een niet reële showroomvraagprijs terugrekent naar een handelsinkoopwaarde. Bij voertuigen met een klein referentiekader ga je hiermee onherroepelijk in de fout. Volgens deze top-down methode baseer je je wellicht op te hoge vraagprijzen van collega autobedrijven. Ook hou je hiermee geen rekening met de forse marges op de zgn selfies, (eigen naam registraties). Gevolg kan zijn dat je een auto te duur inruilt en teveel gaat vragen voor een auto om rendement te behalen. Als je die te hoge prijzen weer gaat gebruiken voor de volgende transactie, kom je in een vicieuze cirkel terecht. Daarom ons advies: begin bij de handelswaarde die transparant en marktconform door ons bottom-up wordt vastgesteld.
De gemiddelde leeftijd van een auto die is geïmporteerd via de systemen van XRAY is 25 maanden. Dat is alweer twee maanden jonger dan een jaar eerder. Corduwener ziet vooral de komst van de nieuwe praktijktest WLTP als oorzaak. Volgens die reëlere verbruikstesten stoten auto’s meer CO2 uit dan de vorige methode. Het gevolg is een hogere BPM. En hoewel de politiek van te voren had aangekondigd de WLTP kostenneutraal te willen invoeren, blijkt dat in de praktijk allerminst het geval. Die stijging noemt Corduwener aanzienlijk, en niet alleen wat dure auto’s betreft, maar over de gehele breedte, zoals onlangs nog bleek uit cijfers van automotive dataleverancier Jato. “Door de WLTP worden auto’s duurder maar we zien de restwaardes niet stijgen. De afschrijving wordt dus alleen maar groter en dat maakt import weer interessant”.
Restwaardekampioenen: van Outlander tot CX-3
Dat fiscale regels en ander overheidsingrijpen de restwaardemarkt danig kunnen verstoren, moge bekend zijn. De lage bijtelling heeft bijvoorbeeld de restwaarden van plug-in hybrides altijd hoog gehouden, hetzelfde gebeurt nu met vol-elektrische auto’s. Aan de andere kant van het spectrum staat de diesel, die nog altijd in het verdoemhoekje staat. Hoewel de nieuwe Euro6-diesels al weer beter scoren op restwaardevlak, zegt Corduwener. Het bepalen van restwaarden hangt van veel factoren af, waarbij zeker niet alleen de ratio bepalend is. Momenteel zijn de restwaardekampioenen kleinere SUV’s, waarbij vooral die van Mazda Kia en Hyundai uitschieters zijn. En of de trend van downsizing invloed heeft op de restwaarde? Waarbij dus forse auto’s met een kleine en zuinige motor wordt geleverd? Corduwener: “Dat wordt inderdaad spannend, we doen er nu de eerste ervaringen mee op. Je ziet dat er in de markt een zorg is over de betrouwbaarheid van die kleine motoren bij hoge kilometerstanden. Je merkt dat een Mazda CX3/CX5, die bijna als enige niet meedeed aan de trend van downsizing, een absolute restwaardetopper is. Ook belangrijk: we blijven Nederlanders dus we moeten er in ieder geval een forse caravan mee kunnen trekken.”
Grote organisaties benchmarken wagenpark via XRAY
XRAY heeft op zijn methodiek ook de zegen van de fiscus gekregen. Het scheelt wellicht dat XRAY ook door diverse overheidsorganisaties regelmatig wordt gebruikt om hun wagenparken te benchmarken wat betreft restwaarde. Meerdere leasemaatschappijen maken gebruik van deze dienstverlening, regelmatig lopen er hele batches van leaseauto’s door de modellen van XRAY. Leasemaatschappijen willen voortdurend een vinger aan de pols houden wat betreft de restwaarden (lees: opbrengsten) van hun rijdend park.
Daarnaast heeft XRAY middels het koerslijstplatform regelmatig overleg met de fiscus en Ministerie van financiën om eventuele knelpunten m.b.t. de BPM aangiftes weg te nemen. Met name de enorme papierwinkel in de huidige aangiftemethodiek is een bron van ergernis, een volledig digitale aangifte vanuit onze systemen past meer in deze tijd en daar wordt nu op de achtergrond hard aan gewerkt.
Dit artikel verscheen in Fleet & Lease TrendsinAutoLeasing april 2019
Door: Bart Luteijn
.